Vlaamse
Oliecentrale

Te veel? Te weinig? De 7 grootste smeervet fouten

26 November, 25

 . 

Te veel? Te weinig? De 7 grootste vetfouten (en hoe je morgen al downtime voorkomt)

De meeste lagerschades die wij zien, komen niet door “slecht vet”, maar door hoe het vet wordt gekozen, aangebracht en beheerd. In deze blog tonen wij je de 7 meest voorkomende fouten en geven we je een simpel stappenplan om ze te voorkomen. En dit met meteen toepasbare checks voor werkplaatsen, landbouw en industrie.

Waarom dit ertoe doet

  • Betrouwbaarheid: correcte vetsmering houdt vuil en vocht buiten, bouwt een stabiele film op en voorkomt thermische pieken.

  • Kosten: minder lagerwissels, minder stilstand, minder verbruik.

  • Veiligheid: voorspelbaar onderhoud, minder noodinterventies.

De 7 grootste vetfouten

  • Over-smering
    “Een pompje extra kan geen kwaad.” Jawel. Te veel vet verhoogt wrijving en temperatuur, duwt afdichtingen open en versnelt veroudering.
    Signalen: warme lagerhuizen, vetkoeken rond seals, vet in motorwikkelingen.

  • Onder-smering
    Te late of te zuinige bijvulling geeft grenssmering, lawaai, hitte en snel slijtagepatroon.
    Signalen: gierend geluid, droge/verkleurde vetresten, versnelde vibratietrends.

  • Verkeerde vetkeuze
    Viscositeit, verdikker en additieven niet afgestemd op snelheid, belasting, temperatuur of omgeving (water, stof, chemicaliën).
    Gevolg: film te dun of te dik, mechanische instabiliteit, snelle oxidatie.

  • Vetcompatibiliteit negeren
    Vetten mengen “omdat het kan” breekt de verdikkerstructuur.
    Signalen: plots te dun of juist hard vet, olie-uitscheiding, lekkage.

  • Contaminatie bij opslag/handling
    Open emmers, vuile vetspuiten, onbeschermde nippels.
    Gevolg: abrasieve slijtage en roest; de kleinste deeltjes doen het meeste kwaad.

  • One-size-fits-all intervallen
    Kalender-smeren zonder naar belasting/temperatuur/toerental te kijken.
    Gevolg: structureel te veel of te weinig.

  • Geen ontluchting/ontlasting bij nasmeren
    Overdruk bouwt op, seals worden belast, vet zoekt de “zwakste plek”.
    Actie: voorzien van ontluchtingspunt/plug en procedure.

Het 5-stappenplan dat werkt

Stap 1 — Selectie per toepassing

  • Viscositeit op bedrijfstemperatuur, niet enkel op 40 °C.

  • Verdikker op omgeving: waterbestendig (agri/bouw), hoog-temp (wiellagers), elektrisch compatibel (motorlagers).

  • Additieven: EP/AW waar nodig; food-grade in voedingsomgeving; vaste smeerstoffen bij oscillatie/zeer lage snelheid.

Stap 2 — Dosering borgen

  • Leg per smeerpunt een doelgrammage vast (via fabrikant/richtformules).

  • Werk met doseerinzetstukken of automatische smeerders op kritische punten.

  • Ontluchten tijdens/na nasmeren.

Stap 3 — Intervallen slim maken

  • Start met OEM-advies; corrigeer op temperatuur, snelheid en belasting.

  • Zet uren- of tellermeldingen in je planning; voor kritische lagers: trilling/temperatuur-triggers.

Stap 4 — Contaminatiecontrole

  • Opslag: gesloten, droog, FIFO, aparte kleurcode per vet.

  • Tools: dedicated, gelabelde vetspuiten per vettype; dopje op de tuit.

  • Smeerpunten: eerst reinigen, dan pas koppelen.

Stap 5 — Visueel + conditioneel checken

  • Na elke nasmeerbeurt: temperatuurtrend en geluid checken.

  • Zie je lekkage, verkleuring of vreemde textuur? Stop, analyseer, corrigeer.

Quick wins per sector

  • Elektromotorlagers en wiellagers: kleine, regelmatige dosissen i.p.v. “vol”.

  • Vetkaart aan elke brug met duidelijk product + hoeveelheid (NLGI/verdikker).

  • Water/stof: kies waterbestendig EP-vet en smeer vaker, maar weinig.

  • Voor winterstalling: doorgrazen met vet tot vers vet zichtbaar is, dan stoppen.

  • Zet automatische smeerders op moeilijk bereikbare of kritische lagers.

  • Ontluchtingspluggen voorzien in lagerhuizen om drukopbouw te vermijden.

Checklist: ben je “groen” om te draaien?

Veelgestelde vragen

Afhankelijk van lagergeometrie en snelheid. Reken met fabrikant-richtlijnen of werk met doseerhulp/automaat. Lagers nooit tot 100% blijven vullen.

Start met OEM-interval en corrigeer op temperatuur, toerental en belasting. Hoger = vaker, maar minder per beurt.

Alleen als compatibel (zelfde verdikkersysteem en chemie). Bij twijfel: niet mengen → volledig vervangen.

Kies waterbestendige verdikker, verhoog frequentie, verbeter afdichting en reinig nippels vóór koppelen.

Wat levert dit op?

  • Minder temperatuurpieken → langere lagerlevensduur

  • Minder vetverlies en sealproblemen → minder interventies

  • Minder ongeplande stilstand → meer productie/uren in het veld

Conclusie

Correct smeren lijkt eenvoudig, maar in de praktijk bepalen kleine keuzes over vetsoort, hoeveelheid, interval en netheid het verschil tussen een lager dat jaren meegaat en één dat vroegtijdig faalt. De zeven vetfouten die we dagelijks in werkplaatsen, industrie en landbouw terugzien, zijn bijna altijd te vermijden. Met het 5-stappenplan, juiste selectie, precieze dosering, slimme intervallen, strikte contaminatiecontrole en regelmatige conditiecheck – kan elke organisatie binnen één week al merkbaar minder storingen, lagere kosten en meer betrouwbaarheid realiseren.

Wie vetsmering serieus neemt, ziet dat het niet gaat om “iets bijspuiten”, maar om machinegezondheid, voorspelbaarheid en rendement. Met consequente toepassing wordt smering van een routineklus een echte performance driver.

Verdere vragen over smeervetten of smeerschema's

Neem contact op met onze experts
Share on facebook
Facebook
Share on twitter
Twitter
Share on linkedin
LinkedIn