Vlaamse
Oliecentrale

TPPT Substantie van zeer hoge zorg

26 March, 25

 . 

TPPT voorgedragen als substantie van zeer hoge zorg – onderbouwing en impact op smeermiddelen

Achtergrond en redenen voor SVHC-classificatie van TPPT

De stof O,O,O-trifenylfosforothioaat (afgekort TPPT; EC 209-909-9, CAS 597-82-0) is door ECHA voorgedragen als een Substantie van Zeer Hoge Zorg (SVHC) onder REACH artikel 57. Dit voorstel (ingediend door Nederland) is gebaseerd op de beoordeling dat TPPT persistent, bioaccumulatief en toxisch (PBT) is. * **  ***.

In januari 2025 is TPPT opgenomen op de SVHC-kandidatenlijst om deze redenen.

Persistentie: Uit onderzoek (samengevat in het Annex XV-dossier) blijkt dat TPPT zeer slecht afbreekbaar is in het milieu. In water en bodem heeft het een extreem lange halfwaardetijd – testresultaten tonen aan dat TPPT vrijwel niet significant degradeert over lange perioden. Met andere woorden, eenmaal in het milieu blijft de stof langdurig aanwezig. Bioaccumulatie: TPPT is een hydrofobe (vetoplosbare) organische fosforverbinding die sterk geneigd is zich op te hopen in organismen. In vis is een bioconcentratiefactor (BCF) van >2000 gemeten, wat aangeeft dat TPPT zich aanzienlijk opstapelt in het vetweefsel. Hierdoor kan de stof in de voedselketen biomagnificatie vertonen – roofdieren (en mogelijk ook mensen) lopen risico via consumptie van met TPPT belaste prooien. Toxiciteit en bezorgdheden: Hoewel TPPT slecht oplosbaar is in water (±0,02 mg/L) en acute aquatische toxiciteit bij die oplosbaarheidsgrens niet direct is waargenomen, zijn er langetermijnrisico’s die de toxiciteitscriteria rechtvaardigen. Zo is TPPT toxisch voor waterorganismen wanneer blootstelling lang genoeg duurt of via accumulatie plaatsvindt. Studies wijzen uit dat vroege levensstadia van vissen gevoelig zijn – bij regenboogforel werden effecten gezien bij zeer lage concentraties (NOEC voor larvale overleving lag onder relevante drempelwaarden). Daarnaast geldt dat een PBT-stof als TPPT een chronische bedreiging vormt: predatoren kunnen genoeg TPPT bioaccumuleren om gezondheidsschade te ondervinden op termijn. TPPT is ook in verband gebracht met potentiële humane gezondheidsrisico’s. Hoewel de SVHC-aanwijzing primair milieugericht was, tonen toxiciteitsgegevens aan dat TPPT mogelijk schadelijk is voor de voortplanting (verdacht reprotoxisch)* **. Enkele smeermiddelenfabrikanten classificeren het ingrediënt bijvoorbeeld als Reprotoxisch categorie 2 (verdacht van schadelijkheid voor vruchtbaarheid of ongeboren kind)*. Deze combinatie van persistentie, bioaccumulatie en toxiciteit voor milieu (en indirecte risico’s voor mens en ecosysteem) vormt de onderbouwing voor de SVHC-status

 

Gebruik van TPPT in smeermiddelen

Voorkomen in smeermiddelen: TPPT wordt op relatief grote schaal toegepast als additief in diverse smeerproducten. Volgens ECHA-registratiegegevens wordt de stof gebruikt in smeermiddelen en vetten, hydraulische vloeistoffen en metaalbewerkingsvloeistoffen*. Concreet betekent dit dat TPPT kan voorkomen in bijvoorbeeld motoroliën, transmissieoliën, (auto)versnellingsbakolie, industriële tandwielkasten, hydrauliekolie, vetten voor lagers en eventueel snij- en koelsmeervloeistoffen. Ook in speciale toepassingen – zoals remvloeistoffen of koelmiddel-oliën – zijn sporen gerapporteerd*. De aanwezigheid van TPPT is aangetoond in zowel consumentenproducten (bv. automotorolie) als professionele smeermiddelen. Over het algemeen gaat het om relatief lage concentraties (vaak <1–2% in formuleringen), maar voldoende om functionaliteit te bieden.

Functie en rol als additief: TPPT is een zogenoemd “asloos” (ashless) additief dat meerdere functies vervult in smeermiddelen:

  • Anti-slijtage (AW) en Extreme Pressure (EP): TPPT dient primair als anti-slijtage en extreme-druk additief. Het vormt bij hoge belasting en temperatuur een beschermende fosfaat-/sulfaatlaag op metaaloppervlakken, wat slijtage en vastlopen voorkomt. Fabrikanten beschrijven TPPT als een effectief EP/AW-additief dat de smerende film versterkt en contactslijtage reduceert*. In bijmenging van enkele tienden procent kan het de drukvastheid en slijtageweerstand van olie aanzienlijk verbeteren*.

  • Oxidatiestabiliteit en thermische stabiliteit: TPPT draagt bij aan het remmen van oxidatie en het verhogen van de thermische stabiliteit van smeerolie. Het werkt deels als anti-oxidant of stabilisator die olieveroudering (vernissen, sludgevorming) tegengaat. In productinformatie wordt vermeld dat TPPT bijdraagt aan hoge thermische stabiliteit van de olie* en de vorming van zuur bij hoge temperaturen beperkt. Ook is gerapporteerd dat het additief een goede hydrolysebestendigheid heeft – het breekt minder snel af in aanwezigheid van water dan sommige fosfaatesters*. Dit is nuttig in toepassingen waar watercontact kan optreden (hydraulische systemen, koelvloeistoffen).

  • Compatibiliteit met materialen: Een bijkomend voordeel is dat TPPT metalen weinig aantast, met name “gele metalen” (koper, messing)*. Sommige zwavelhoudende EP-additieven veroorzaken corrosie op tandwielen of lagers van geelmetaal, maar TPPT staat bekend om niet-corrosief te zijn voor deze legeringen*. Dit maakt het geschikt voor bv. transmissieoliën en hydrauliekolie waarin brons of messing componenten voorkomen.

  • Overige toepassingen: Buiten de smeersector wordt TPPT incidenteel genoemd als vlamvertrager en weekmaker in kunststoffen en coatings, vanwege het fosforgehalte en de flexibiliteit die het geeft*. In polymeren kan het materiaal brandvertragend werken door bij verbranding fosforzuurfragmenten te vormen die de vlam doveren. Deze toepassingen vallen echter buiten de smeermiddelencontext en zijn kleiner in omvang.

Samengevat is TPPT in smeermiddelen een veelzijdig additief dat zorgt voor slijtagebescherming, prestaties bij hoge druk, en verbeterde olielevensduur (oxidatie- en thermische stabiliteit). Juist door deze functionaliteit was het tot nu toe een populair ingrediënt in hoogwaardige formuleringen, waaronder hydraulische oliën (anti-slijtage type “ashless” hydraulics), tandwiel- en motorolie, vetten en speciale smeeroliën* **.

Gevolgen van SVHC-classificatie voor de smeermiddelensector en gebruikers

De aanwijzing van TPPT als SVHC (kandidaatlijst) heeft directe en langetermijngevolgen voor bedrijven in de smeermiddelensector. Fabrikanten, importeurs en downstream gebruikers van smeermiddelen die TPPT bevatten, krijgen te maken met extra verplichtingen en mogelijk de noodzaak tot substitutie.

Meldplichten en communicatie in de toeleveringsketen: Zodra een stof op de kandidaatlijst staat, eist REACH aanvullende informatievoorziening:

  • Veiligheidsinformatieblad (VIB/SDS): Indien TPPT als individuele stof wordt geleverd, moet er altijd een SDS bijgevoegd worden. Voor mengsels (smeermiddelen) die ≥0,1% w/w TPPT bevatten, wordt een SDS eveneens verplicht, zelfs als het mengsel niet als gevaarlijk geclassificeerd was. Fabrikanten zullen daarom hun SDS’en moeten bijwerken om TPPT als SVHC te vermelden inclusief de SVHC-status.

  • Communicatie over artikelen: Wordt een smeermiddel in of op een artikel gebruikt (denk aan een met olie gevulde machinecomponent of geïmpregneerde doeken), dan geldt de informatieplicht van REACH art.33. Leveranciers moeten afnemers informeren als een artikel >0,1% TPPT bevat. Consumenten hebben recht om dit op verzoek te vernemen binnen 45 dagen.

  • Notificatie / SCIP: Als TPPT >0,1% in een artikel aanwezig is en de totale tonnage drempel (>1 ton/jaar) wordt overschreden, moet de producent of importeur dit binnen 6 maanden melden aan ECHA (onder artikel 7(2)). Tegenwoordig gebeurt dit via de SCIP-database (EU Waste Framework Directive) voor afvalbeheer. Ook distributeurs van smeermiddelen in toeleveringsketens zullen moeten zorgen dat de aanwezigheid van TPPT correct in SCIP geregistreerd is om aan afvalbeheerregels te voldoen.

  • Klanten en publiek: Bedrijven moeten proactief hun klanten informeren over het veilige gebruik van het TPPT-houdende smeermiddel en eventuele voorzorgsmaatregelen, nu de stof “zeer zorgwekkend” is. Dit kan leiden tot extra vragen van milieu- en arbodiensten bij klanten.

Herformulering en substitutie: Los van administratieve plichten zet een SVHC-label druk op de industrie om alternatieven te zoeken. Veel afnemers (bijv. autofabrikanten, machinebouwers) hebben interne beleid om SVHC’s te vermijden. Hierdoor ontstaat een marktstimulans tot substitutie. Smeermiddelfabrikanten zullen hun portfolio herzien:

  • In nieuwe formuleringen zal men TPPT waarschijnlijk proberen te vervangen door een veiliger alternatief additief met vergelijkbare prestaties. Mogelijke alternatieven zijn andere fosfor-sulfur verbindingen die niet PBT zijn, of combinaties van additieven (bijvoorbeeld zinkdialkyldithiofosfaat (ZDDP) of fosfaatesters zonder thio-groep, hoewel die ook nadelen kennen). R&D-afdelingen zullen moeten nagaan of substituten dezelfde anti-slijtage en antioxidatie eigenschappen kunnen bieden zonder de PBT-problematiek.

  • Bestaande producten met TPPT kunnen onder druk komen te staan. Herformulering van populaire smeermiddelen (bijv. motorolie-additiefpakketten of EP-vetten) vergt tijd en tests, maar wordt noodzakelijk om aan toekomstige regelgeving en klantvragen te voldoen.

  • Regrettable substitution voorkomen: Opvallend is dat tegelijk met TPPT ook een vergelijkbare fosforothioaat-mengstof (trifenylthiophosphate met gebutyleerde fenyl derivaten) op de SVHC-lijst is geplaatst, juist om te voorkomen dat TPPT direct vervangen wordt door een variant die eveneens PBT-eigenschappen heeft. Dit geeft een duidelijk signaal dat fundamenteel andere chemie gezocht moet worden als alternatief.

Markt- en vergunningsgevolgen: Voor nu betekent kandidaatlijstplaatsing nog geen verbod, maar het is een voorstadium van mogelijke autorisatieplicht. Als TPPT in de toekomst op Annex XIV (autorisatielijst) wordt gezet, mogen smeermiddelen met TPPT na een bepaalde einddatum niet meer op de EU-markt worden gebracht, tenzij specifieke autorisatie is verkregen. Zo’n autorisatie aanvragen is duur en vereist bewijs dat geen geschikt alternatief voorhanden is en dat de socio-economische baten zwaarder wegen dan de risico’s. De meeste bedrijven vermijden deze route liever en kiezen ervoor de SVHC uit te faseren. We kunnen dus verwachten dat de smeermiddelensector zich gaat aanpassen: nieuwe formuleringen zonder TPPT, of een terugtrekking van producten uit de EU-markt als vervanging niet haalbaar is.

In de tussentijd kunnen gebruikers van TPPT-houdende olie geconfronteerd worden met extra afvoer- en recyclingkosten (omdat SVHC’s in afvalstromen traceerbaar moeten zijn) en mogelijk herziening van hun veiligheidsprotocollen. Al met al dwingt de classificatie fabrikanten en gebruikers tot verhoogde waakzaamheid en versneld onderzoek naar groenere alternatieven.

Gevolgen van SVHC-classificatie voor de smeermiddelensector

Verschillende merken kunnen binnenkort geconfronteerd worden met striktere regelgeving en labels als gevolg van de toevoeging van TPPT aan de lijst van Substanties van Zeer Hoge Zorg (SVHC). Klanten zullen dan mogelijk moeten voldoen aan aanvullende meld- en documentatievereisten, zoals ADR-richtlijnen en andere veiligheidsvoorschriften. Dit kan ook betekenen dat bedrijven hun huidige tandwielkasten moeten controleren om te bepalen of TPPT aanwezig is in de gebruikte smeermiddelen. En dus impact bekijken op hun productie proces en of het nog wel veilig is voor de omgeving en de werknemers en de mogelijke milieu boetes of schadeclaims die ze risico lopen in geval van lekkage.

Gelukkig is Shell niet geimpacteerd door de SVHC-classificatie van TPPT. Alle tandwielkasten kunnen veilig op Shell Omala smeermiddelen worden gezet, aangezien deze producten geen TPPT bevatten en voldoen aan de hoogste milieunormen.

Conclusie

De opname van TPPT in de SVHC-lijst heeft brede implicaties voor de smeermiddelensector, vooral wat betreft meldverplichtingen en herformulering van producten. Bedrijven moeten zich voorbereiden op veranderingen in regelgeving en mogelijk bestaande producten aanpassen. Shell biedt echter zekerheid, geen herformulatie met alle gepaarde onzekerheid daarbij.  Je kan dus veilig vertrouwen op producten zoals Shell Omala die geen TPPT bevatten, waardoor bedrijven met vertrouwen kunnen blijven werken met hun tandwielkasten en andere systemen.

Verdere Vragen over TPPT of tandwielkasten?

Neem contact op met onze experts
Share on facebook
Facebook
Share on twitter
Twitter
Share on linkedin
LinkedIn